zondag 29 januari 2012

Brussel/Parijs


Zo’n maand lang studeren eist toch wel z’n tol. Terwijl iedereen op zijn laatste krachten probeert de laatste examens met een voldoende af te ronden, wordt hoopvol vooruit gekeken naar de week vakantie die ons erna gegund is. Althans, dat denk ik dan. Ik heb altijd al een probleem gehad in het moment te blijven: ik ben nog niet klaar met leuke activiteit A, of ik zit met mijn hoofd al bij leuke activiteit B.

Niet dat ik het hier alweer zat ben. Integendeel, elke dag zit nog altijd vol verassingen. Het blijft toch een apart volkje, die Belgen. Bij mijn job (een van de weinige woorden waar de Belgen leentjebuur spelen bij de Engelsen, en niet wij) hebben we een huiszwerver. Hoewel het een aardige man is, is hij toch een beetje de touch met de werkelijkheid verloren. Hoewel hij dondersgoed weet dat Nederland boven België ligt, denkt hij altijd dat ik ontzettend ver verwijderd ben van huis: och ja, Amsterdam, kon ik daar maar heen! Maar dan moeten we vliegen!

Als ik hem vertel dat het ook prima met trein of bus te doen is, kijkt hij me toch een beetje gek aan. Dat duurt te lang, vind hij. Het argument van de tergende security op het vliegveld heb ik maar even achterwege gelaten. Misschien is dat de reden dat hij nu zo ver van de realiteit afzit: mensen nemen de moeite niet meer om hem anders te vertellen. Dat Nederlanders geen ‘asjemenou’ zeggen, heb ik hem ook nog niet verteld (waarom Vlamingen dit toch altijd denken is me overigens een raadsel).

In een bui van insomnia zit ik nu, terwijl mijn aantekeningen voor het aankomende economietentamen nog om me heen liggen, alweer te dromen over die mooie periode na de examens. Volgende week rond deze tijd zit ik in Parijs. En we gaan liften. Als groot fan van low-budget reizen is dat sowieso al iets wat ik op het verlanglijstje had staan. Samen met CouchSurfing maakt het de cirkel eigenlijk compleet: reizen, mensen ontmoeten, en geen extra kosten. Het geluk wil dat we zelfs in Parijs een host hebben gevonden die ons onderdak wil verschaffen voor een paar dagen, iets wat niet niks is in zo'n West-Europese metropool. Hoewel het in de Balkan stikt van de westerlingen die hun liefde voor de streek dolgraag met je willen delen en je dus maar al te graag te gast hebben, is het aan deze kant van het continent nog altijd kommer en kwel. Maar wij hebben beet!

Spannend is het wel. Hoe veel verhalen ik ook lees van doorgewinterde lifters over hoe makkelijk (én veilig) het is, ik heb nog steeds visioenen waar we tot in den treure bij de oprit naar de snelweg in Leuven zijn. In onze hand een verregend bordje: Brussel/Parijs.

zaterdag 7 januari 2012

dag studieboeken, hallo milan en franz!



Terwijl tout academisch België in de stress zit voor wat ze de 'blok' noemen, zit ik in de trein terug naar Leuven vanuit Amsterdam. De verbijsterde blikken die ik kreeg toegeworpen toen ik vertelde dat ik er een weekje tussenuit zou gaan in de maand voor de examens, vonden mensen onbegrijpelijk. In België zijn de examens zwaarder én belangrijker dan in Nederland: aan de ene kant is de beoordeling ervan veel strikter, aan de andere kant heb je er maar één per vak. Dit betekend dus dat er geen 'periodes' zijn: de stof wordt niet in kleine, behapbare blokjes geserveerd voor de luie student. Maar ja, het ideaalbeeld van de student (alles netjes bijhouden, colleges voorbereiden enzovoort) gaat natuurlijk ook hier lang niet voor iedereen op: des te meer reden voor paniek in januari dus. Misschien heeft het er ook wel mee te maken dat ik met vrijwel alleen maar kersverse eerstejaars vakken volg en ze dus niet weten wat ze kunnen verwachten, maar vakantie nemen tijdens de blok is hoogst ongebruikelijk.

Maar ik deed het lekker toch. Hij was al gepland vóór mijn grote verhuizing naar Leuven; vlak na ik terugkwam uit de Balkan. Misschien wel één van de leukste dingen van vakantie: plannen maken voor de volgende. Waar gaan we heen? En hoe lang? Op weg naar het vliegveld kocht Nils, helemaal geïnspireerd, de Lonely Planet voor Eastern Europe. Tevergeefs zocht ik naar de variant Western Balkans, om zo de laatste kronen nog even over de balk te smijten en me in het vliegtuig alvast een beetje in te lezen voor de volgende reis. Nils begon vragen op me af te vuren (die ervoor zorgden dat ik er nóg meer zin in kreeg): hoe is Sarajevo (geweldig), ben je in Berat geweest (nog niet) en hoe is de Zwarte Zee (episch)? Ik droomde weer weg naar mijn lievelingsplekken en ging in gedachten alweer op bezoek bij Tomi in Saranda (vermeld als hostel in de laatste uitgave van Lonely Planet's Eastern Europe!), at byrek in Tirana en was lekker aan het badderen tussen de zigeunerkindjes op een wildstrand in Constanta.

De laatste keer dat ik in Praag was is inmiddels ook alweer een tijdje geleden. Ik was een jaar of elf. Ik stond op de foto bij het huis van Franz Kafka, maar wie het was wist ik natuurlijk niet. Ja, mijn vader was fan. Maar meer dan dat wist ik er niet vanaf. In de zomer werd dus het plan opgevat om oud en nieuw door te brengen, wat mensen die ik kende waren zwaar fan van deze stad en ik heb zoveel uitwisselingsstudenten ontmoet uit alle windstreken die lyrisch waren dat het toch echt tijd was om er zelf nog maar eens heen te gaan. Drie dagen naar kerst pak ik samen met Nils om het onchristelijke uur van vijf voor vijf de bus naar Schiphol en vliegen we naar Praag. Vaclav Havel was vrij recentelijk overleden, dus nadat we onze bagage in een kluisje hebben gestopt en de stad intrekken is een enorm spandoek met een foto in memoriam vrijwel het eerste wat we zien. Het tweede is een zee van kleine windlichtjes; het type wat je normaal alleen op graven tegenkomt. Dat deze man nog altijd heel geliefd was bij de inwoners, daar hoeft geen twijfel over te bestaan. Het is een prachtig beeld.

Met een grote groep (zeven man) huren we een villa net buiten het centrum. Incluis twee semi-locals die respectievelijk twee en drie jaar in Praag hebben gewoond, de goede plekjes hoef ik dus allemaal zelf niet meer te zoeken. Er is jarenlange research aan vooraf gegaan. Terwijl er al veel mensen vaak in Praag geweest waren, moest ik toch nog alles even langsgaan. Alle toeristische plekjes moeten tóch even een keertje bekeken worden. Bijkomend voordeel van op stap zijn met kenners is dat je altijd in plekken komt die je zelf nevernooitniet had gevonden. Hoewel veel dingen misschien dingen waren die ik alleen niet nog eens zou doen, was het toch allemaal prachtig.



Misschien het allercharmantste van landen waar de bevolking (en zeker de oudere) niet altijd Engels spreekt vind ik het met handen en voeten communiceren. Tien keer de naam van de bestemming zeggen, maar uiteraard met zo'n belabberd accent dat je een kaartje van twintig euro naar de andere kant van het land krijgt. Horovice in plaats van Holesovice. Je moet het maar weten. Bij de loketten van Praha-Radotin spreken ze in ieder geval nog niet meer Engels dan “Centrum?” gevolgd door een vastgelegd bedrag. Soms uitgesproken, soms gewoon aangewezen op het kaartje. Gesprekken verlopen ook uiterst moeizaam.

Ondertussen zit ik nu in de trein, het laatste deel van mijn retour Leuven – Praag via Amsterdam af te leggen. Het moment dat ik Leuven verliet voor anderhalve week vakantie lijkt idioot lang geleden, maar de tijd ertussen is enorm snel gegaan. Een trucje wat ik misschien voor het dagelijks leven ook onder de knie moet krijgen. Of gewoon een keertje geduldig leren zijn en wat meer plezier beleven in het leven 'thuis'.