vrijdag 8 juli 2011

bijslapen

Budapest was weer prachtig. We waren er maar een dag, dus we hadden een strakke planning van dingen die we er altijd deden: een spa, onze favoriete kringloopwinkel, sale in de H&M, eten in ons lieveling srestaurant, làngos en Morrisson's. De dag was dan ook zo om. De dag erna waren we van plan de trein van één uur te nemen: zeven uur zouden we dan in Novi Sad aankomen. Het was de trein naar Griekenland, en NSHispeed gaf aan dat we deze vanaf een station moesten nemen waar we beide nog niet van hadden gehoord. Vol vertrouwen stapten we in de taxi. Eenmaal daar aangekomen, was het een station vergelijkbaar tot het Nederlandse Koog-Zaandijk: bedroevend dus. Er konden geen internationale kaartjes gekocht worden. Dit wisten we ook pas na een lang handen-en-voetengesprek met de dame aan de kassa. Ze brabbelde alleen wat en riep zo nu en dan “ONLY HUNGARISCH!”. De trein hadden we al gemist, dus we gingen maar weer naar het internationale treinstation om daar te kijken hoe de stand van zaken ervoor stond.

Bij de internationale kassa was de trein die we van plan waren te nemen doorgekrast. Toen schoot het me te binnen: Griekenland heeft vanwege de crisis alle internationale treinen opgeven. Hij reed dus niet eens. We trokken een nummertje voor de tourist information op het Keleti treinstation om even te vragen of er ook bussen gaan, en zo ja, hoe laat. Want de eerstvolgende trein was de nachttrein van half twaalf. Na veel gewacht kon de mevrouw ons vertellen dat ze niks wist over bussen en dit alleen trein informatie was. Waarom er dan verschillende loketten waren voor international information, routeplanning en kaartjes kopen is me een raadsel. Maar het is wel weer een mooi voorbeeld van hoe men dit hier doet: zoveel mogelijk banen creëren door alles tot n de irritatie te verdelen over verschillende medewerkers. En die corresponderen onderling natuurlijk niet.

We trekken maar weer een kaartje voor het loket waar je tickets kan kopen. Na nog een ruime drie kwartier wachten (we zaten inmiddels al ruim een uur voor verschillende loketten te wachten) waren we aan de beurt. Ik besloot eens goed gebruik te maken van deze mevrouw en vroeg haar wat het prijsverschil was voor een bed en een stoel in de nachttrein. “Daar kan ik snel antwoord op geven: de trein is uitverkocht. Ik kan je geen reserveringen meer verkopen”. Oh. De moed zonk me in de schoenen. Ze vertelde dat we wel mee konden, maar alleen op de bonnefooi. We verdeden de uren die we in Budapest hadden (veel koffiedrinken, ruim uit eten gaan en een beetje door de stad wandelen) en gingen naar het station, waar het zwart zag van de festivalgangers. Ik hield mijn hart vast.

Achteraf viel het best mee: ze wisten wel hoe laat het was, en hadden een extra rijtuig ingezet waar niet voor gereserveerd kon worden. We konden dus gewoon in een stoel zitten. Uitgeput val ik in slaap, om vlak voor de grens weer wakker te worden. Ik liet mijn paspoort zien en deed mijn ogen weer even dicht in afwachting tot de Servische controle. Deze is een stuk strenger, want je gaat de EU uit. Ik heb hem echter gemist, blijkbaar ben ik in comaslaap gevallen. Terwijl ik eerst aangetikt werd door een Servische douanebeambte om wakker te worden, heeft Marlous me nog een aantal keer aangetikt en geprobeerd wakker te krijgen. Ik was echter weg en werd pas veel later weer wakker met een extra stempel in mijn paspoort: Marlous heeft het maar even voor me afgehandeld.

Eenmaal aangekomen in Novi Sad duiken we ons bed in en slapen we tot een uur of één en gaan daarna op zoek naar ontbijt, douchen en 's avonds naar het festival. Het was voor mij meteen de beste dag: de drie bands die ik het liefst wilde zien stonden allemaal vandaag. Na Bad Religion en Arcade Fire is het om kwart voor twee tijd voor Beirut. We staan naast een stel vervelende Engelsen. Elke poging tot een gesprek probeer ik in de kiem te smoren. “Goh, vind je Beirut leuk?” “Nee. Absoluut niet. Vervelende kerel.” Verward kijkt hij me aan. Waarom ik dan toch in godsnaam hier was. Het laatste van de dag was iets in Marlous' straatje: Deadmau5. Elektro van half vier tot vijf. Het grootste nadeel van exit is stiekem ook het allergrootste voordeel: het begint pas in de avond. De Servische hitte die ik niet zo goed trek (36 graden) is mooi te omzeilen. Want als ik om zes uur mijn bed in rol, kom ik er niet vroeg uit.

Dit heb ik vandaag maar weer gemerkt. Om half vier 's middags werd ik bruut wakker geschud door Marlous. Ze vond het wel weer mooi geweest, het was tijd voor mij om wakker te worden. Misschien had ze wel een punt. Terwijl we weer op zoek gaan naar ontbijt eten mensen om ons heen alleen maar pizza. Ik ben voorlopig nog niet wakker en bereid me voor op nog een aantal dagen nachtbraken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten