woensdag 15 juni 2011

chaos


Eigenlijk is er niks in Tirana. Dat wist ik ook best voor ik erheen ging. Desalniettemin is het een intrigerende stad; het is een enorme chaos. Het verkeer is er idioot, de kans dat Pasen en Pinksteren op één dag vallen is groter dan de kans dat ik ooit bekwaam word in het oversteken van de straten van Tirana. Gelukkig heb ik een compagnon die er allemaal een stuk beter in is. Hij is al maanden onderweg en is ook in Nepal, Bangladesh en Palestina geweest. En hij komt uit Japan. Dus het is voor hem niks: terwijl hij de wegen trotseert, hobbel ik -al peentjes zwetend- achter hem aan. Hij heeft ook wel gelijk: als je eenmaal voor een auto staat stopt hij wel. Maar het is geheel tegen mijn natuur in om zomaar voor rijdende auto's langs te lopen.

Samen gaan we op zoek naar een goedkoop maal, we zijn immers beide arme reizigers. We vinden een pizzeria: omgerekend betaalden we zo'n één euro zeventig voor een pizza. Mooie prijs. Na een wandeling door een donker Tirana (straatverlichting, daar zijn ze niet zo'n fan van volgens mij) gaan we nog even in de tuin zitten. De tuin van het hostel is fantastisch. Een jongen vraagt of 'de bar' open is, het hostel serveert namelijk bier en raki voor héle democratische prijzen. Helaas is er geen raki, dus hij komt neergeslagen bij ons zitten. Ik deel zijn pijn.

Ook heb ik in deze stad voor het eerst een museum geprobeerd: het nationaal historische museum van Albanië. Wat ik ervan snapte was reuze interessant. Helaas was dat maar heel weinig, want vrijwel alles was in het Albanisch. Maar de plaatjes zagen er leuk uit. En er was een hele tentoonstelling over de rol van de VS in de onafhankelijkheid van Kosovo, met gigantische posters van George W. Bush, Condoleezza Rice en een x-aantal andere Amerikanen. Ja, ze zijn blij met de Amerikanen. Een Amerikaan vertelde me dat hij in Pristina, de Kosovoosche hoofdstad, in een bar drinken wilde bestellen. Maar dat kon niet. Althans, het kon wel, maar de Kosovoosche bevolking wilde hem niet laten betalen. Ik hoef natuurlijk niet te vertellen dat hij daar een zeer plezierig verblijf had. Zó blij zijn ze ermee. Misschien kan ik me er ook eens voordoen als Amerikaan.



Buiten alle chaos van de stad om (het oversteken van het centrale plein duurt, zonder grappen, een kwartier), is hun postkantoor overzichtelijker dan dat van Skopje. Daar kon ik hem namelijk niet vinden. Hier loop ik er zo maar tegenaan: het Albanische Postkantoor! Het lijkt haast te mooi om waar te zijn. Dat was het ook: ik word kort en bondig geïnformeerd dat dit niet het postkantoor is waar je postzegels kan kopen, dat moet bij het andere postkantoor. Telkens weer verbaas ik me over de inefficiëntie van sommige dingen hier. Maar ik klaag niet, en ga op weg naar het volgende postkantoor.

Daar word ik heel goed geholpen: boven op mijn postzegels krijg ik, gratis en voor niks, stickers met 'par avion' erop. Luchtpost, dus. Ik koop een paas kaarten met een mooie luchtfoto van Tirana (een heleboel flats met in de verte wat bergen. Waarom ze dit op een ansichtkaart zetten, geen idee. Maar ik vond het wel treffend) en begin te broeden op pakkende teksten over de stad. En pakkende teksten over Skopje en het gebrek aan een Macedonisch postkantoor. Ik waag me weer in het verkeer, slalom om rijdende auto's. De stoplichten hier doen het -negen van de tien keer- niet. Als ze het wel doen, worden ze genegeerd. Daarom heb je bij grote kruispunten buiten stoplichten ook échte verkeersleiders. Ze blazen als een idioot op fluitjes en zwaaien als bezetene met stokjes. Of ze de ijdele hoop dat hun kabaal wat uitmaakt nog hebben, is mij onduidelijk.

De kaarten zijn geschreven en ik begeef me weer naar het postkantoor. Ik loop eerst natuurlijk naar het verkeerde postkantoor, snel ga ik op zoek naar de goede soort. Gevonden! Ik gooi mijn kaarten in de felgele brievenbus en vervolg mijn pad. Tot ik mijn Skopje-kaart voorbij zie waaien: de onderkant van de postbus was open. Ik begin snel al mijn kaarten bijeen te rapen en loop het kantoor binnen en vertel dat aan de postbus buiten de bodem ontbreekt. Het lijkt ze niks te interesseren. Ik vervolg mijn betoog met de vraag of ik mijn kaarten dan toevallig hier kan posten. Een kordaat knikje en de kaarten worden op een stapel papierwerk gegooid. Ik hoop dat ze ooit hun bestemming bereiken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten