zondag 12 juni 2011

skopje bij nacht

Sofia was tot nu toe de meest vermoeiende stad. Ik trof het maar; iedereen was bijzonder leuk en elke avond kregen we een gratis shot raki. Omdat je de nationale drank toch geprobeerd moet hebben, moet ik er maar aan geloven. Maar de raki valt alleszins mee, vooral de ietwat zoete abrikozenversie. Gevolg hiervan was dat mijn verblijf in Sofia een standaard patroon heeft; rond half 9 stommel ik in pyjama naar het ontbijt, schuif aan bij de mensen met wie ik de avond ervoor heb gerakia't en ga vervolgens de stad verkennen. 's Middags volgt een powernap, vooral na de derde dag met vijf uur slaap en een lichte kater lag ik van vier tot zes in diepe slaap. Vervolgens is het tijd voor spaghetti (in de prijs inbegrepen zit een bord spaghetti met een glas bier. Het bier is er verschrikkelijk vies en de spaghetti-met-rode-saus was ik na drie dagen ook totaal zat). Vervolgens komen de flessen wijn op tafel en worden de bonnetjes voor gratis raki uitgedeeld en voor je het weet zit je in een Bulgaarse rock 'nd rollbar. Dan herhaalt de cyclus zich.

In het speciaal ben ik bevriend geraakt met mijn buurslaper, in het bed naast me slaapt een Jamaicaanse, Kaidian. Samen gingen we ook naar het busstation om kaartjes te scoren. Een slechte beslissing. Kaidian weet nog niet precies waar ze heen wil: ze is op zoek naar een baan en haar einddoel is een school in Polen. Maar direct kan dit niet. Als het Bulgaarse busstation gewoon overzichtelijk was geweest, was dit vast geen probleem geweest. Maar elke busoperator heeft een eigen kantoor (dat zijn er een stuk of 60). Wat volgt is een tocht van zo'n twee uur langs alle busoperators om te kijken wat de beste optie zou zijn. Uiteindelijk komen we, na lang beraad, uit op Praag. Kaidian gaat morgen naar Praag, terwijl ik reeds in Macedonië zit.

Het kopen van mijn kaartje was een stuk makkelijker. Ik wist vrijwel meteen welk loket ik moest hebben (honderdzeven) en dat ik de bus van vier uur wilde. Maar toen ik met de mevrouw van Kaidian's loket zat te praten (een olijke Bulgaarse) zegt ze: waarom neem je de nachtbus niet? Die is goedkoper! En dan hoef je geen accommodatie te zoeken! Klinkt als een topplan, want de bus komt zes uur aan zegt ze. In mijn hoofd heb ik reeds het plan: naar het hostel, douchen, ontbijten en sightseeing. Ik koop dus een kaartje voor de nachtbus en zit nog een dag langer in mijn geliefde Sofia.

Ook maakten Kaidian en ik een pact: voor we allebei de stad verlieten, namen we samen een neuspiercing. In Sofia. Enkele uren voor vertrek was het dus het uur der waarheid: we zochten een piercingshop op. Een half uur, vele tranen (iets met de verbinding tussen je traanbuis en je neus) en vooral heel veel gelach later hebben we allebei een gat in de neus. Sofia was onvergetelijk, ik was wel uitgeput. In het hostel had ik al uitgecheckt, dus ik mijn bed niet meer opzoeken. Een hoop kussens in de common room deed het ook: te midden van lezende, etende en pratende medereizigers slaap ik nog twee uur.

Uiteindelijk is het na mijn laatste shot abrikozenrakia tijd voor de nachtbus. Ik begeef me naar het station (het Bulgaarse busstation is gi-gan-tisch. Het treinnetwerk is er belabberd, maar het busstation heeft vijftig perrons). Stap in de bus. Ik had eigenlijk nog niet zo nagedacht over de route, en me eigenlijk nog niet gerealiseerd hoe bergachtig Bulgarije is. De route was, zacht uitgedrukt, bergachtig. De wegen waren, zacht uitgedrukt, belabberd. De buschauffeur was, zacht uitgedrukt, een maniak. Ik heb inmiddels mijn deel aan Balkanchauffeurs wel gehad, maar dit was weer een goeie. Honderd kilometer per uur met een touringcar door de Bulgaarse bergen, het voelde nog het meest als een achtbaan zonder veiligheidsriemen. Als ik eindelijk inslaap, word ik -voor mijn gevoel, natuurlijk- na vijf seconden woest wakkergeschud door de Bulgaarse douanebeambte. Mijn paspoort wordt grondig gecontroleerd. Ik slaap weer in en word wakkergeschud door een Macedonische douanebeambte. Ik geef mijn paspoort af, neem hem weer aan en val weer in diepe slaap.

Ik word wakker als we alweer in de stad zijn. We rijden het busstation binnen en ik kijk op mijn horloge: kwart over drie. Het is midden in de nacht, het busstation is verlaten. Er is alleen een 24/7 casino. Ik volg het bordje 'Centre', maar het lijkt na tien minuten nog steeds niet op een binnenstad. Daarbij heb ik voor de nacht niks geboekt, dus ik loop dakloos door de stad met mijn loodzware rugtas. Ik kom op het ludieke idee om een taxi aan te houden en maar gewoon naar het hostel voor de komende nacht te gaan. Waar ik geen rekening mee heb gehouden, is dat het zaterdagavond is. Elke taxi zit vol met dronken Macedoniërs en even zinkt de moed me in de schoenen. Toen ik na tien minuten een taxi had was ik verrassend snel bij het hostel. De meter geeft 90DEN aan, dat is ongeveer 1,50 in euro's. Ik geef hem mijn versgepinde 1000DEN-biljet en zijn gezicht betrekt: hier heeft hij niet van terug. Na wat gerommel in de auto zegt hij: it's ok, don't bother. Hij rijdt weg. Dat klaarde mijn nacht weer redelijk op: mijn taxi was gratis! Ik loop het hostel binnen en leg de situatie uit. De receptionist legt uit dat hij de mensen in de slaapzaal waar ik morgenavond zou slapen liever nog niet wakker maakt, maar ik mag voor de prijs van de slaapzaal wel de private-room hebben. Want hij is toch leeg. Ik was weer helemaal blij: gratis taxi en een tweepersoonsbed voor de prijs van een stapelbed in een slaapzaal. Ik slaap nog vier uur en ga ontbijten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten