woensdag 29 juni 2011

wine... cheese...

Eenmaal aangekomen in Sarajevo, kon ik natuurlijk niet meteen mijn bed in. Inchecken kon pas vanaf één uur. Ik zoek dus de bank op en slaap nog een uurtje verder, tot de rest van het hostel ontwaakt en het een beetje asociaal wordt, hoe ik erbij lig. Dan moet ik er maar aan geloven en loop ik, slaapdronken, de stad in. Ik spendeer twee uur op het terras van een Sarajevoosch koffiehuis en ga weer terug naar het hostel. Eens kijken of ik kan douchen, want dat is al een kleine twee dagen niet gebeurd. Ik heb immers alleen in de bus gezeten. Tot mijn grote teleurstelling schijnt dit niet te kunnen. Ik ben te moe voor discussie en ga weer op de bank liggen.

Als dan toch eindelijk het uur is aangebroken dat ik mijn kamer in kan, ben ik de eerste aan de balie. Ik gooi mijn tas neer en ga in bed liggen. Na twee dagen met weinig slaap, vijf verschillende bussen en vier landen ben ik eindelijk op de plaats van bestemming. Slaap. Mijn lichaam is op, hoewel je misschien niets doet tijdens het reizen, vergt het toch enorm veel energie. Helaas komt dan Dave binnen, iemand die hetzelfde lot als mijn beschoren was: hij kwam met de nachtbus uit Kroatië. Hij is ook moe. Maar wil toch eerst nog even een kwartiertje kletsen, voor hij zijn bed in duikt. Met moeite geef ik antwoord op de standaard vragen. Wie ik ben, waar ik vandaan kom, waarom ik hier ben en waar ik allemaal al ben geweest. Dan sluit ik mijn ogen, om vier uur later weer wakker te worden.

Als ik de stad nog een keertje bekeken heb, is het voor mij tijd om de bank weer op te zoeken, dit zou namelijk mijn luierdag zijn. Ik duik mijn boek in en sluit me af van elke vorm van communicatie. Helaas word ik in de smiezen gehouden door de jongen tegenover me, ook hij wil graag weten wie ik ben, waar ik vandaan kom en waar ik allemaal geweest ben. Ik ratel het standaard verhaaltje af. Gelukkig is hij hartstikke aardig, en hebben we zowaar een leuk gesprek. Om tien uur zit ik echter te knikkebollen op de bank, dus ik zoek mijn bedje op. Dat heeft nog nooit zo goed gevoeld, tien uur later word ik fris wakker.

Ik stond op en ging naar beneden. Daar stond ontbijt. Goh, ik dacht dat ze geen ontbijt hadden! Ik begin aan een schaaltje cornflakes tot ik door de hostelbaas word aangesproken. Het ontbijt was alleen voor de 'Balkan RoadTrip' gasten. Niet voor mij dus. Ik was nog niet wakker. Schuldbewust eet ik mijn cornflakes op en maak nog een rondje stad: met het echte sightseeën wacht ik nog even tot Marlous er is. Op weg naar het vliegveld dan maar.

Eerst nog even langs te tourist information om te vragen of er een bus naar het vliegveld gaat. Nee, die gaat niet. Het is wel te lopen vanaf de eindhalte van het busstation, dus dat doen we dan maar. Als ik de bus uitkom na een minuut of veertig, weet ik niet meer welke kant ik uit moet. Ik spreek een voorbijganger aan. Ze spreekt geen Engels, maar ik wijs een punt aan op de kaart. “Ah, Aerodrom”! Gelukkig weet ze waar ik het over heb, en begint druk Bosnisch te praten en te gebaren. Blijkbaar moet ik eerst heel lang rechtdoor, en vervolgens naar links. Ik volg de beschrijving op (denk ik) en raak een beetje verdwaald. Overal om me heen zijn flats, volgens mij kan hier onmogelijk een vliegveld in de buurt zijn.

Toch, na nog twintig minuutjes ronddolen in de Nieuwe Stad (communistische flats), vind ik het vliegveld. Het is miniem. Om binnen te komen moet ik door de security check. Het poortje begint te piepen, maar de man gebaart dat ik mag doorlopen. Als de vlucht (bijna anderhalf uur vertraagd) is geland, gaan we terug naar de stad. Er kan weer uitgebreid Nederlands gebabbeld worden!

Na een fenomenale maaltijd in oosterse sferen gaan we weer terug naar het hostel. Want het is “Wine and Cheesenight”. Als we binnenstappen klinkt het alsof er een wild feest aan de gang is in de gemeenschappelijke ruimte. De hostelbaas komt de gang en roept haast verontwaardigd “where have you been??!! There's wine waiting! And cheese waiting! And boys waiting!”. We begeven ons dus snel richting de wijn, kaas en jongens. Dave, mijn oude kamergenoot, heeft de tijd van zijn leven. Op de vraag of hij het leuk vind bij de wijn en de kaas besluit hij: de wijn vind hij toch leuker dan de kaas. Dat is te merken. Hij zweert dat dit zijn laatste glas is en vat alles wat er gebeurt samen, een brij van gemompel herrijst uit het hoopje kussens waar hij het zich gemakkelijk heeft gemaakt: wine... cheese... cards... remix... Zijn ogen staan lodderig, maar hij glimlacht: intens geluk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten